EVOLUTIE VAN VERSCHILLENDE ORGANISMEN
Deze pagina sluit aan bij "3.1 Fossielen" van de pagina Evolutie.
Opmerking: Door op de afbeeldingen te klikken, worden ze groter.Opmerking: Door op de afbeeldingen te klikken, worden ze groter.
Opmerking: Door op de afbeeldingen te klikken, worden ze groter.Opmerking: Door op de afbeeldingen te klikken, worden ze groter.
Inhoud
1. Evolutie van de mens
2. Evolutie van walvissen
3. Evolutie van het oog
2. Evolutie van walvissen
3. Evolutie van het oog
1. Evolutie van de mens
2. Evolutie van walvissen
Indohyus, 50 miljoen jaar geleden, lijkt het meest op een hert-achtige. Verzwaarde botten, die ook bij nijlpaarden terug te vinden zijn, duiden erop dat dit dier veel tijd in het water doorbracht.
Pakicetus, ongeveer 50 miljoen jaar geleden (mjg).
Ambulocetus, 49 miljoen jaar geleden, is duidelijk beter aangepast aan het water dan zijn voorouders. Het heeft nog het meeste weg van een krokodil (maar het is een zoogdier).
Rodhocetus, ongeveer 47 miljoen jaar geleden, bracht waarschijnlijk het grootste deel van zijn leven in het water door. Rodhocetus was nog in staat te wandelen, al zou dit meer geweest zijn zoals zeeleuwen en -honden dat doen.
Protocetus, 45 miljoen jaar geleden, was zijn achterpoten grotendeels verloren, en de staart en voorpoten hebben zich tot vinnen geevolueerd. Protocetus leefde waarschijnlijk zijn hele leven in de zee.
Protocetus was in feite al een volledig zeezoogdier. Toch stopt evolutie niet. ;) Dorudon en Basilosaurus (beiden 40 tot 35 miljoen jaar geleden) lijken al meer op hedendaagse walvissen. Toch hebben ze nog een lange weg te gaan; de hersenen zijn relatief klein, er is nog steeds sprake van achterpoten, de neus stond nog halverwege de kop in plaats van bovenaan, ...
|
En het stopt niet. Soorten als Cetotherium, Janjucetus, Platalearostrum, Mammalodon en Lyviatitan volgen elkaar op tot de hedendaagse soorten. Ook in de toekomst zullen walvissen evolueren en misschien verliezen ze zelfs hun longen waardoor ze niet meer moeten ademhalen. Wie zal het zeggen?
3. Evolutie van het oog
Weke delen van het lichaam, organen, fossiliseren praktisch nooit. Toch hoeven we niet terug in de tijd te kijken om de evolutie van het oog te kunnen bekijken.
Ogen zitten ingewikkeld in elkaar. Een half oog werkt niet, dus moet het in één keer geschapen zijn - althans volgens tegenstanders van de evolutietheorie. Dit is echter niet waar; het begon met één enkele cel die licht of donker kon waarnemen en dit evolueerde verder naar complexere vormen.
|
De patworm heeft enkele lichtgevoelige cellen die licht van donker kunnen underscheiden. Bij de slak Patella bestaat het oog eveneens uit een laagje cellen die gevoelig zijn voor licht, maar wel een groter aantal. Bij de, eveneens een slak, Pleurotomaria liggen de cellen in een soort kom-vorm; het begin van het ronde oog. De inktvis Nautilus heeft deze zelfde komvorm; alleen is het een afgesloten ruimte met een klein gaatje. De zeekat heeft ook al een soort primitieve lens.
Nu vraag je je misschien af waarom er nog primitieve ogen bestaan. Als een populatie niet onder druk gezet wordt om een beter zicht te hebben, zullen ze het primitieve oog blijven behouden. Platwormen kruipen zo al honderden miljoenen jaren rond; blijkbaar hebben ze niet meer nodig dan het onderscheid tussen donker en licht.
Hier klikken om te bewerken.
Samengestelde ogen zijn vermoedelijk de oudste ogen die beelden kunnen waarnemen (dus niet enkel donker en licht, maar beelden). Trilobieten hadden deze al, 550 miljoen jaar geleden.
|
Oog van een fruitvlieg (samengesteld):
|
Hier klikken om te bewerken.
WORDT NOG AANGEVULD